Hier stel ik jullie mijn zelfgemaakte evaluatiekoffer voor muzo voor. Deze koffer bevat 11 verschillende manieren om muzisch te evalueren na een muzische activiteit in de klas. Doorheen de evaluatietechnieken zal u zien dat ik technieken zocht die kunnen 'beleefd' worden. Niet waar de leerlingen blaadjes of vragen schriftelijk moeten oplossen of kleuren. (Dit sprak mij persoonlijk als kind ook niet aan vandaar).
Bij elke evaluatietechniek hoort een fiche.
schoenen (Doel = beleving)
werkwijze: De leerkracht en leerlingen zitten na een muzische activiteit samen. De leerkracht toont verschillende schoenen (of prenten van schoenen).De leerlingen verduidelijken hun muzisch proces a.d.h.v. schoenen.
voorbeeld: "Ik heb gekozen voor de schoenen met hoge hakken. Ik heb dit gekozen omdat tijdens het proces het niet altijd makkelijk was, net zoals op hoge hakken lopen ook niet altijd eenvoudig is."
Waarom deze techniek gekozen?: Schoenen kennen de leerlingen uit hun dagelijkse leven. Ze weten welke comfortabel zitten en welke niet. De kans is groot dat ze ook hun mama al eens hoorden praten over hoe pijnlijk het kan zijn om op hakken te lopen. De schoenen die ik koos zijn zeer verschillend van elkaar en wanneer de leerlingen een duidelijk voorbeeld krijgen is dit volgens mij een zeer visuele en leuke manier van evalueren.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: De techniek zal echt op punt staan naarmate de leerlingen ouder zijn (3 graad). Dan zullen ze het best zelf kunnen verwoorden waarom ze welke schoen kozen. Maar ik vind het aangewezen om reeds vanaf het eerste leerjaar met deze techniek te werken zodat ze het leren kennen. Als leerkracht kan je vaak zelf opmaken waarom het de schoen koos en het gesprek leiden.
gekleurde kralen (Doel = beleving)
werkwijze: De leerkracht toont verschillende kralenkettingen aan de leerlingen. De leerlingen kiezen om de beurt één ketting uit en beschrijven waarom ze deze kleur van ketting gekozen hebben a.d.h.v. het gevoel dat ze hadden bij hun eindproduct. Nadien kijken ze naar de verschillende vormen van kralen in hun kralenketting. Ze kiezen één kraal uit en beschrijven a.d.h.v. deze kraal hun proces.
voorbeeld: "Ik kies de gele kralenketting omdat geel bij mij vreugde oproept, ik vond het een leuke activiteit om te doen. Ook kies ik voor de kraal met een rand in het midden omdat het bij mij goed ging om de activiteit tot een goed einde te brengen, maar toch had ik bij dat deel van de opdracht enige moeilijkheden."
Waarom deze techniek gekozen?: Kralen komen uit de leefwereld van de kinderen. Ze maken het vaak zelf. Lagere schoolkinderen hebben vaak een uitgesproken lievelingskleur. Hieruit zullen ze ook kunnen verwoorden waarom ze welke kleur armband kozen. Als je als leerkracht een duidelijk voorbeeld geeft gaan de leerlingen ook dit onder de knie krijgen.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: tweede, derde graad
landschappen (Doel = proces)
werkwijze: De leerkracht hangt enkele foto's van landschappen op. De leerkracht geeft de opdracht om na te denken over het verloop van het muzisch proces waarbij ze tot een product gekomen zijn. De leerlingen verwoorden hun muzische proces a.d.h.v. een landschap.
voorbeeld: "Ik heb gekozen voor het berglandschap. Ik heb dit gekozen omdat tijdens het proces het soms niet altijd gemakkelijk was om keuzes te maken. Ik heb verschillende bergen moeten beklimmen om tot een goed resultaat te komen."
Waarom deze techniek gekozen?: Ik koos zeer verschillende landschappen uit. Het is visueel zichtbaar voor de leerlingen en de prenten roepen gevoelens op.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: derde graad (5de - 6de leerjaar)
wasspelden (Doel = proces)
werkwijze: Elke leerling krijgt een wasspeld. De leerlingen mogen de wasspelden op een plaats op hun lichaam hangen. Hoe leuker ze de muzische activiteit vonden, hoe hoger de wasspeld hangt op hun lichaam. Hoe lager de wasspeld hangt, hoe vervelender of lastiger ze de opdracht vinden.
Gedurende de muzo-activiteit kunnen de leerlingen hun wasknijper verplaatsen naar een ander deel van hun lichaam naargelang hun mening over de activiteit op dat moment. De leerkracht staat dan stil bij enkele meningen van leerlingen gedurende de activiteit.
voorbeeld: Tijdens een les drama werken de leerlingen aan het schrijven van een muzische dialoog. Op het einde van de les worden de dialoogjes opgevoerd. Tijdens het schrijven van de dialoog hangt de wasknijper van S. aan haar schoen. De leerkracht merkt op dat de wasknijper van S. zeer laag hangt en vraagt de mening van S. over de activiteit. S. antwoordt: "Ik wil geen dialoogje schrijven. Ik wil het onmiddellijk spelen!"
Waarom deze techniek gekozen?: Je ziet gedurende heel de muzo activiteit hoe de leerlingen zich voelen en kan meteen bijsturen zodat elke leerling de muzo activiteit als een leuke ervaring beschouwt.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: vanaf het eerste leerjaar
verkeerslicht (Doel = zelfevaluatie)
werkwijze: In de klas hangt een verkeerslicht aan bord. Wanneer de leerlingen iets willen vertellen over hoe tevreden ze zijn over hun werk komen ze naar voor in de klas en laten het juiste licht branden (rood, oranje, groen).
rood = niet tevreden
oranje = over sommige onderdelen wel te vreden, over anderen niet.
groen = tevreden
-> De leerlingen moeten ook telkens verwoorden waarom ze dat licht lieten branden.
voorbeeld: "Ik liet het oranje licht branden omdat ik blij ben van mijn resultaat, maar het werken met houtskool was een nieuwe techniek voor mij. Met dit materiaal zou ik graag nog wat meer oefenen zodat ik er fijner mee kan werken."
Waarom deze techniek gekozen?: Mijn stage in het eerste leerjaar was in het thema verkeer. In de klas had ik een groot verkeerslicht hangen (analoog aan het kleine hierboven). Dit gebruikte ik tijdens mijn stage om o.a. muzisch te evalueren.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: Eerste en tweede graad (dit werkte bij mij in een eerste leerjaar. Een derde graad kan volgens mij een grotere uitdaging aan al dan dit. Zij zouden al specifieker moeten kunnen reflecteren).
reclamespot (Doel = product)
werkwijze: De leerlingen gaan elk bij een werkje staan. Wanneer dat gebeurd is zoekt iedereen een partner. Dan staan ze per twee met elk een werkje bij zich. Ieder maakt voor het werkje waar hij/zij bijstaat een reclamespotje om het werkje aan te prijzen bij het publiek. Zo moeten de leerlingen gericht leren kijken naar het werkje van iemand anders en het positieve erin zien. Wanneer ze een reclamespotje bedacht hebben stellen ze het voor aan hun partner. De leerlingen kunnen elkaar helpen bij het maken van de reclamespot.
De leerkracht heeft er aandacht voor dat de leerlingen elkaar niet onderbreken en de werkjes op een positieve manier voorstellen.
voorbeeld: "Kom dat zien, kom dat zien. Dit werk krijgt van mij 10/10. Met de mooie kleuren en mooie structuur trekt het de aandacht ieder uur."
Waarom deze techniek gekozen?: Deze muzische evaluatietechniek is ook nog eens een muzische activiteit. Als leerkracht moet je dit in het begin ook aanleren aan de kinderen. Maar daarnaast zal het ook vruchten afwerpen bij andere lessen rond muzisch taalgebruik of drama als ze dit al onder de knie hebben.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: 5de en 6de leerjaar. De leerlingen moeten al een duidelijke mening kunnen vormen en waardering tonen over andermans werk. Op talig vlak wordt hier al veel verwacht.
strandbal (Doel = proces)
werkwijze: De leerkracht en leerlingen zitten samen in een kring. De leerkracht toont een strandbal en legt uit wat er gaat gebeuren. De leerkracht gooit de bal naar de eerste leerling. Die leest de vraag die bovenaan de strandbal staat luidop voor en vult de zin aan. Wanneer dit gedaan is wordt de strandbal door gegooid naar een volgende leerling. Dit herhaalt zich enkele keren. Telkens wordt besproken wie zich ook zo voelde.
Waarom deze techniek gekozen?: Het is speels en zal de leerlingen motiveren. Ook is duidelijk wie aan het woord is (wie de bal vast heeft). Zo kan je ook de leerlingen leren dat ze moeten luisteren naar elkaar en respect tonen voor elkaar.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: 1ste en 2de leerjaar (het is eerder een 'oppervlakkige' evaluatietechniek waar nog niet heel veel diepgang voor nodig is.
stripfiguren (Doel = beleving)
werkwijze: De leerkracht legt verschillende stripfiguren in het midden van de kring. De leerlingen nemen een stripfiguur dat de gevoelens of de situatie uitbeeldt dat de leerling voelde tijdens de muzische activiteit. De leerlingen verwoorden hun gevoelens en indrukken via een vergelijking met de stripfiguren.
voorbeeld: "Tijdens deze activiteit voelde ik mij Astrix, ik wist meteen welke richting ik uit wou gaan en hoe ik dit moest aanpakken. Echter kwam ik gedurende de activiteit enkele obstakels tegen maar die wist ik te overwinnen.
Waarom deze techniek gekozen?: Strips behoren tot de leefwereld van kinderen. Ze kennen de verschillende stripfiguren en leren daarboven ook werken met emoties en gezichtsuitdrukkingen die de stripfiguren uitbeelden.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: 5de en 6de leerjaar (ze moeten gezichtsuitdrukkingen kunnen afleiden van de stripfiguren en hun eigen terugvinden in een stripfiguur. Dit is niet eenvoudig.
vingerafdrukken (Doel = beleving en product)
eigen evaluatietechniek
werkwijze: Na afloop van de muzische activiteit gaan de leerkracht en leerlingen samen zitten. De leerkracht zorgt vooraf dat al het materiaal klaar staat. Dan toont ze de lege boom op A3 papier. Samen gaan we de boom kleur geven. Afhankelijk van de muzo-activiteit die eraan vooraf ging kan gekozen worden of we de beleving of het product gaan evalueren. De leerlingen 'hangen' blaadjes aan de boom. Dit doen ze door middel van vingerafdrukken. Vonden ze het een leuke activiteit om te doen, dan plaatsen ze een groene vingerafdruk aan de boom, vonden ze het niet leuk een rode vingerafdruk en wanneer ze bepaalde dingen leuk vonden maar anderen niet dan plaatsen ze een oranje vingerafdruk. Wanneer iedereen zijn/haar vingerafdruk heeft geplaatst wordt gekeken naar de kleur die overweegt in de boom en wordt klassikaal besproken waarbij de leerlingen zich wel of niet goed in hun vel voelen.
Waarom deze techniek gekozen?: Ook deze techniek paste binnen het thema 'verkeer' en 'herfst' van tijdens onze stageperiode in het eerste leerjaar. Het is eenvoudig en zowel visueel als mondeling.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: Voornamelijk eerste graad. Ik deed dit in het eerste leerjaar en dit verliep vrij vlot. Wel was het organisatorisch een hele karwei omdat ze allemaal gelijk wouden. De leerlingen waren zeer enthousiast en wisten ook goed te verwoorden wat ze leuk vonden en wat niet. (Ook hier ben ik van de mening dat oudere leerlingen meer uitdagingen zouden mogen hebben vandaar de keuze voor de eerste graad).
ballonnen (Doel = beleving en product)
werkwijze: De leerlingen kiezen eerst een ballon die past bij het gevoel dat ze hadden tijdens de muzo-activiteit. Nadien blazen ze de ballon op naargelang de tevredenheid over hun eindproduct. Hoe groter ze de ballon blazen, hoe tevredener ze zijn over het product.
voorbeeld: "Ik koos voor de bruine ballon, een donkere kleur omdat ik het niet zo leuk vond. Drama is niet zo mijn ding. Toch blies ik hem heel groot. Want het resultaat was beter dan ik op voorhand had gedacht. Ik ben tevreden met wat ik heb bereikt."
Waarom deze techniek gekozen?: Het is visueel en de leerlingen zijn actief betrokken. Kleuren roepen bepaalde gevoelens op bij kinderen.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: tweede graad. De vaardigheid om ballonnen op te blazen moet gekend zijn (is vaak bij kinderen uit de eerste graad nog moeilijk). -> Indien dit toch in een eerste graad wil gebruikt worden, kan je het gebruiken als de kleurenwaaier die volgt (zonder de ballonnen op te blazen)
kleuren waaier (Doel = product)
werkwijze: De leerlingen kiezen een kleur uit die past bij hun werk. Ze verwoorden ook waarom die kleur bij hun werk past. Verschillende licht en donkere tinten van elke kleur zijn ook aanwezig om zo beter hun waardering uit te kunnen drukken.
Waarom deze techniek gekozen?: Het is visueel en de kleuren roepen gevoelens op bij de leerlingen.
leeftijd waar deze techniek bruikbaar is: eerste en tweede graad.