Wanneer we nadien samenzaten in kleine groep kwamen we samen rond het idee om rond de kleren te werken. We werkten deze activiteit helemaal uit (sfeermoment, beschouwen, aanzetten tot creëren, creëren en evaluatie). Ik draagde hier zeker mijn steentje in bij. Helaas kregen we dan te horen dat de activiteit die wij in gedachten hadden het jaar voordien al was gedaan.
Nina kwam nadien met het idee om rond het schilderen van de monstertjes te werken en zo hadden we een intro voor onze nieuwe beeldles.
Als bachelor proef organiseer ik een muzodag in het thema 'schitteren', één van de activiteiten die ik al had voor dan was het maken van ruimtetuigen om naar de sterren en het heelal te gaan. Zo legde ik ook de link met de monsters. Ik kwam met het idee om voertuigen te maken om ook de monsters te verplaatsen die ze in de eerste sessie maakte.
Nina en Axana waren het hiermee akkoord. Samen gingen we op zoek naar materiaal en werkten we het verder uit. Ik noteerde alles in de verschillende stappen van onze beeldactiviteit.
Samen met de andere groepsleden knipten en ordenden we alle vlakke figuren voor de intro van de les.
Hoe onze workshop er zal uitzien:
Sfeerschepping: (gegeven tijdens startmoment van de muzodag)
Beschouwen: Klasgesprek rond de 'moderne' koffer die in de klas aanwezig is. Wat zal er inzitten? De leerlingen vinden hier stukken van wezens uit de toekomst in die ze zelf moeten vormen.
Aanzetten tot creëren: De leerlingen kiezen elk een vlakke figuur uit de koffer en stellen zich a.d.h.v. deze figuur voor. Nadien worden ze a.d.h.v. de nummer op hun figuur in groepen verdeeld. Samen met de anderen van hun groep maken ze met hun vlakke figuur een wezen uit de toekomst en bedenken ze hiervoor een passende naam en eigenschap. (deze worden ook klassikaal besproken)
Creëren: De leerlingen krijgen nadien elk één of twee kleuren verf. In 2 groepen (elke groep van ong.10 leerlingen) gaan ze aan de slag. Eerst tekenen ze een buik van een wezen uit de toekomst. Nadien schuiven ze door en tekenen ze op het volgende wezen een hoofd. Ook tekenen ze nog armen, haar, een hoofddeksel, benen, voeten en een accessoire. Op het einde krijgen ze de opdracht om ergens in het wezen een figuur te krassen met hun vinger.
BELANGRIJK: De leerlingen verven met hun handen!
Evaluatie: De leerlingen kiezen een monster uit (die ze net schilderden) en verwoorden a.d.h.v. het monster hun bevindingen bij de activiteit. (Bv. een heel kleurrijk rond wezen als ze het leuk vonden of net een klein en hoekig wezen als ze het minder vonden).
Hoe onze verdiepingsles er zal uitzien:
Sfeerschepping: (gegeven tijdens startmoment van de muzodag)
Beschouwen: (klasgesprek: tonen van de monsters die de leerlingen in de voormiddag maakten en bespreken hoe deze in de toekomst komen, hoe ze zich verplaatsen).
Aanzetten tot creëren: Tonen van verschillende afvalmaterialen die de leerlingen mogen gebruiken en de bindingsmaterialen. Ook werd uitgelegd hoe ze deze kunnen gebruiken.
Creëren: De leerlingen gaan in groepen van 3 aan de slag om hun eigen voertuig te maken. De leerkrachten stuurden de leerlingen in de diepgang van de activiteit en hielpen hen wanneer ze vragen hadden. Natuurlijk werd eerst samen met de leerlingen nagedacht hoe ze het 'probleem' kunnen oplossen, zodat de leerlingen zelf tot creatieve ideeën kwamen.
Evaluatie: Als evaluatievorm kozen wij voor een 'snelle' techniek. Een applausmeter. Zodat we de andere tijd die we hadden optimaal konden benutten bij het creëren. De leerlingen waren zeer enthousiast en kwamen tot verrassende werkjes.
